Nu het VAS-blad de primeur heeft gehad, heeft Rob van Dongen zijn sfeerverslag ook vrijgegeven voor publicatie op onze website.

Bij elke huldiging en na elke fotosessie kreeg ik de vraag voorgeschoteld, hoe het in Godsnaam mogelijk was dat zo’n oude bok als ik met acht uit negen een groot toernooi kon winnen. Natuurlijk wist ik de reden wel, maar die wilde ik liever voor mijzelf houden. Ik verzon ter plekke ontwijkende antwoorden zoals:

  1. Het was de ochtendgroep en dat is de enige periode van de dag dat ik fris ben!
  2. Ik speelde een thuiswedstrijd. (Sinds ik voor Haren uit kom ben ik al een halve noorderling genoemd en niet lang geleden kreeg ik het predikaat Harense Amsterdammer opgeplakt.

Na lang nadenken heb ik toch besloten mijn geheim prijs te geven. Anders win ik straks alle toernooien waar ik aan mee doe en dat gaat ook vervelen.

Het geheim zit ‘m in de voorbereiding. Die is uniek. Het is bekend, dat Spasski ging tennissen, dat Petrosian ging pingpongen, dat Leonardo van Manen thuis openingen voorbereidt en dat Botwinnik ging wandelen. En wat deed Van Dongen? Die ging DRUIVEN PLUKKEN IN DE ELZAS!!! Waarom de Elzas? Je waant je daar in het paradijs: een zacht klimaat, het gebied ligt beschut tegen de koude winden uit het noorden en westen; ik kon ’s avonds nog buiten zitten voor mijn caravan met een schaakboek. Uitstekende wijnen, verrukkelijk eten en schitterende, middeleeuwse wijnstadjes die op loopafstand van elkaar liggen. De enige die ontbrak was Petrus! Na een kleine week kwam er om te plukken een peloton Nederlanders, voornamelijk van de geestgronden, onder aanvoering van de super-Bourgondiërs Lex en Miel Jongsma. Toen ik Lex zag, heb ik een moment gedacht dat hij Petrus was, maar vermomd! Met z’n twaalven, allemaal leuke mensen trouwens, gingen we de volgende dag plukken, een gezonde bezigheid. Den Doolaard zou trots zijn geweest. Ik had altijd begrepen, dat er veel relaties ontstaan tijdens zo’n pluk, maar daar heb ik niets van gemerkt. Ik denk dat Petrus daar geen belangstelling voor heeft. Na de pluk volgde een uitgebreide zuurkoolmaaltijd vergezeld van mooie wijnen. Ik heb trouwens twee dagen lang de beste Grand Cru’s tot mij mogen nemen, uitgezocht door Lex. Toen ik na dat 48-uur durende bacchanaal in één ruk van de Elzas naar Hoogeveen reed, was ik dus al in een bloedvorm.

HET TOERNOOI

Het toernooi bestaat uit:

  • een kroongroep volgens de formule:
  • Sterkste vrouw (Judit Polgar)
  • Sterkste Nederlander (Tiviakov)
  • Sterkste jeugdspeler (Giri)
  • Een ex-wereldkampioen, maar dat levert problemen op, dus (Ivantsjoek)

Een hoofdgroep (ondergrens 2100) en twee amateurgroepen, een ochtend- en een middaggroep. Voor de ochtendgroep hadden zich zo’n 60 schakers aangemeld; ik was op rating nr. twaalf. Het toernooi werd voor de dertiende keer gehouden. Er werd gespeeld in het raadhuis van Hoogeveen. Hoofdsponsor was voor het eerst Univé, daarvoor was het Essent. Eén van de architecten van het toernooi is onze bloedeigen Lex Jongsma.

Carla GraaflandNa in de eerste ronde een zwakke tegenstander te hebben verslagen, werd ik in de tweede ronde gepaard aan Carla Graafland en daar had ik mijn handen vol aan.(ik ben sinds een paar jaar clubgenoot van Carla bij Haren). Het werd Colle. Ik won uiteindelijk door een slordigheidje van Carla, maar het had remise moeten worden. Carla zet nu wellicht Colle op haar repertoire: “Colle is geen opening, maar een systeem”, zei ze de volgende dag.

In de derde ronde versloeg ik een van de kopstukken van de schaakclub Roden. Mijn TPR was inmiddels 2337. Ik kreeg hoogtevrees. Op zo’n moment verschijnt mijn beschermengel Esther Visbeen (zie VAS-blad febr.nr. 2008). Als Esther bij mijn bord komt doe ik de beste zetten. Als ze een dag afwezig is kan er van alles gebeuren. Drie uit drie en ik moest tegen het jeugdtalent Ivo Maris uit Smilde, eveneens met drie uit drie. Als cultureel ingestelde Amsterdammer vroeg ik: “Ben jij soms familie van die schilders?” Ik bedoelde natuurlijk: Jacob, Willem en Matthijs Maris (Haagse School). In Drenthe staat de cultuur op een wat lager plan: “Mam, hebben wij familie met een schildersbedrijf?” Het werd een moeilijke partij. Ik stond met de rug tegen de muur. Toen verscheen Esther, mijn beschermheilige, bij mijn bord. De stelling kantelde in mijn voordeel. Ik keek haar aan met een blik van: “Je bent laat vandaag.”. Mijn tegenstander kon nog in een flits afwikkelen naar een eindspel met voor mij randpion en verkeerde loper. Remise dus. Mijn TPR duikelde van 2337 naar 2009.

Vanaf ronde vier begon het zware werk. Nr. één van de lijst: Peter Monté (2077). Het werd een bloedstollend gevecht, dat ik winnend wist af te sluiten. Esther was er vanaf het begin bij. Sterker nog, ze was vergezeld van een blindengeleidehond!!! Niet dat ze slecht ziet, ze wilde mij behoeden voor schaakblindheid!! Lex Jongsma strooide later nog zout in de wonden met: “Ik hoor dat je geveegd bent door Rob.” Waarop Peter schor antwoordde: “Ik heb hem onderschat.” Ik stond aan kop, samen met Ben van den Bergh (ZSC/Saende) met 4½ uit 5.

In de zesde ronde, tegen Ben, had ik voor de vierde keer zwart. Het werd voor de vierde keer Frans en ik won in 34 zetten. Ongedeeld bovenaan, op een halfje gevolgd door Ivo Maris. De Elzas begon zijn vruchten af te werpen. En niet alleen de Elzas. Ook het strakke dagritme: 7.30 uur opstaan en voorbereiding. 10.00 uur toernooi, lunchen in het raadhuis, lange wandeling over de hei bij Dwingelo. ’s Middags terug naar de toernooizaal waar Lex Jongsma de explicatie verzorgt. Barman Koos schenkt Vlek. Ik ben opgegroeid in een buurt met veel cafés. Boven de ingang hing vaak een bord met “Vlek” Dat is dus jenever. Ik heb die naam vijftig jaar niet meer gezien. En wat schenkt Koos? “VLEK

In ronde zeven en acht had ik twee keer wit. Het werden miniaturen, resp. 25 en 18 zetten. Ik kreeg haast, ik rook niet alleen het grote geld, maar ook de hete adem van Ivo in mijn nek. 7½ uit 8, TPR 2243. Ivo 7 uit 8. In de laatste ronde blunderde Ivo tegen Tjark Vos die daarmee derde werd met Peter Monté. Mijn tegenstander deed ogenblikkelijk een remisebod dat ik niet kon weigeren. Ik won 250 euro en een glazen sculptuur van Cees van Olst.

Een normaal mens gaat na zo’n toernooi naar huis, maar ik ging de hele zondag uitwaaien op het Duitse Waddeneiland Borkum. Nooit zulke grote zeehonden gezien. s’Avonds in het donker op een zwaar schommelend schip terug naar Eemshaven, met hoge snelheid naar Anky Lunenborg, een andere, charmante dame uit Hoogeveen, waar traditioneel de laatste avond wordt doorgebracht. Ik belde aan met een paar zandschoenen, mijn haar in de war, maar wel met een fles KAEFFERKOPF van Lex Jongsma uit de Elzas. En zo is de cirkel weer rond.

Uit de achtste ronde:
Wit: Rob van Dongen
Zwart: Bartolo Oegema

1. d4 f5 2.Pc3 Pf6 3.Lg5 d5 4.f3 e6 5.e4 fxe4 6.fxe4 dxe4 7.Pxe4 Le7 8.Pxf6 Lxf6 9.Lxf6 Dxf6 10.Pf3 0-0 11.Ld3 Pc6 12.c3 e5 13.0-0 Lg4 14.Db3+ Kh8 15.Pxe5 Dg5 16.Pf7+ Txf7 17.Dxf7 h6 18.Df8+ 1-0